In de 18de eeuw trokken fameuze Brabantse trekpaarden boten op het kanaal Brussel-Schelde. De dieren werden een symbool van de stad en van heel Vlaams-Brabant. De oersterke kolos werd één van de grootste exportproducten van het land: in het begin van de 20ste eeuw vertrokken er elk jaar ruim 30.000 trekpaarden naar het buitenland. Omdat de paarden alomtegenwoordig waren in de stad, werden ze ook een culinaire specialiteit. Vandaar de bijnaam Pjeirefretters, of paardeneters. De bekendste adresjes voor een sappige paardenbiefstuk zijn De Kuiper (sinds 1859!) en Horse House. Liever geen paardenvlees? Dan kan je nog altijd een Pjeirefretter drinken, een lokaal ambachtelijk bier dat je op de kaart van heel wat horecazaken en in de lokale supermarkten vindt.
De Vilvoordenaars dragen hun bijnaam Pjeirefretters met trots. De paardenbiefstuk is tot vandaag een culinaire specialiteit.
